Nieuw!!?

Nieuw!!?

Ik ben vreselijk benieuwd, wat er vandaag weer uitkomt, uit deze dag, uit mij, uit de wereld.
Er zijn veel dingen die er over gezegd kunnen worden. Ze zijn allemaal waar, want dat wat je zegt creëert zijn eigen waarheid.
Wat is de waarheid die we vandaag willen creëeren, wat nemen we voor waar aan? Wat is de waarheid die ons het meest vruchtbaar lijkt?

Vandaag vind ik het wel eens leuk om te zeggen dat alles altijd nieuw is. Dat ik niet een soort van oude Frans ben die gewoon een voortzetting is van al zoveel jaren Frans. Nog meer Frans? Nee dus. Nieuw. Niet eens nieuwe Frans, maar gewoon nieuw. Want Frans, wie is dat, wat is dat?
Frans, dat kan nauwelijks interessant zijn, maar Naamloos… klinkt al een stuk beter, uitnodigender. Naamloos dus, aangenaam.

Naamloos zit en typt. Wat daar uit voort zal komen is niet bekend. Hij is een ruimtereiziger in totale vrijheid. Een gedeelte van Naamloos scannt de ruimte op binnenvliegende beelden, extra-terrestials die te hulp schieten bij origineel ontstaan. Die beelden aanreiken en natuurlijk zelf beelden zijn. Beelden en woorden als stapstenen. Wij bewegen met zevenmijlslaarzen door de ruimte.

Daar kom je behendige ruimtereizigers tegen als Rumi, de onnavolgbare danser, springer door dimensies. Belichaming van vrijheid.
Hafiz steekt moeiteloos zijn wollige baard over de tafel van ruimte en tijd. Hij is hier bij ons! Je kan hem zo in zijn baard kriebelen.
Het huis van Tolstoi ergens in een buitenwijk van Moskou is een ruimtestation dat nog steeds werkt. Shakespeare! De gesloten enveloppe die wij zijn. Alle cadeaus die we kregen toen we werden geboren en die we nog steeds niet hebben opengemaakt!
Wil er iets of iemand concreet worden in mij? Universal soul, zing een lied door mij. Daal in mij neer. Ik ben een groene weide. Ik ben onbevlekte ontvangenis, ik ben gereed! Bereid, open, ontvankelijk. Gooi uw zaad in mijn schoot!

Ik sta en roep als een marktkoopman. Ik heb zelf niets te koop, ik bied mijzelf te koop aan. Ik wil mij ruilen voor alles dat nieuw is, opwindend, anders.

Wie is het die wij daar onmoeten? In die wijdse ruimte?
Naamloos heeft al een idee, pas op, deze vraag is enkel een listig opzetje. Naamloos weet het antwoord al, hij is helemaal niet nieuw dus. Wie komen wij tegen? Wat vinden onze tastende vingers, handen, zwoegende lijven?
Wij vinden onszelf.
En pas op lieve mensen, dat is nog helemaal geen antwoord. Dit zijn enkel woorden, erg tricky allemaal.
Wat is dat zelf dan wel?
Wij zijn het zoekende, in het zoeken het zelf vindende. In het zoeken het zichzelf vindende. Ons zoeken, dat is wat wij vinden en dat is wat wij zijn.

Al die tijd reist er een klein bloemetje met me mee, een viooltje in het gras. Het is een stil beeld dat de hele tijd meevloog door de ruimte en geduldig gewacht heeft tot ik mijn verlangen naar grootheid en grootsheid heb uitgebrald, tot ik ben leegggeblazen in ruimtelijk vertoon.

ik zit
in het gras
ik kijk naar de bloem

ik verzet me tegen
de zwijgende boodschap
die ze steeds maar blijft herhalen

er is werkelijk
niets
te zeggen