Voor een Enkel Woord

Voor een Enkel Woord

Ik vroeg aan mijn leraar waarom Mohammed, vrede zij met hem, op deze wereld gekomen was, wat zijn boodschap was.
Hij glimlachtte. Mohammed is hier gekomen voor slechts één enkel woord.
Het maakte me mateloos nieuwsgierig. Ik dacht: wat een schoonheid, wat een mooie waarheid, wat een edelmoedigheid, wat een moed. Een heel leven, al deze gelovigen, al deze geschriften, voor een enkel woord.

Ik weet niet meer of mijn leraar nog een kleine omweg voor me had, een kleine inleiding, een paar wegversperringen om de weg, de oprijlaan naar dat ene woord wat langer te maken, wat grootser, wat indrukwekkender, zodat het woord de juiste plaats, de juiste entourage, de juiste context zou krijgen.
Het woord zelf heeft zulk een plaats niet nodig, daar is het veel te bescheiden voor, maar het zou voor mijzelf als toehoorder misschien van belang geweest kunnen zijn, mij hebben kunnen helpen om het, in mij, de plaats te geven, die het verdient.
Altijd besluipt ons westerlingen een grote gêne als het gaat om buigen en om nederigheid. Wij hebben geleerd om het individu te eren, ons individu. We hebben het met pijn en bloed doen ontworstelen aan slavernij en horigheid, aan de autoriteit van religie en koningen. Dat geven wij niet zomaar op. Met een zekere vorm van superioriteit kijken wij naar degenen die zich op de grond werpen, alsof het iets is dat we achter ons gelaten hebben, alsof het een stadium is dat wij gepasseerd zouden zijn.
Wij hebben altijd gedacht dat het bij het aanbidden gaat om diegene die aanbeden wordt. Dat is een vergissing. Het gaat om degene die aanbidt. Het gaat erom door uiterlijk te knielen, te buigen, innerlijk de houding te vinden waardoor je ontvankelijk wordt voor dat wat zich wil openbaren.

Wat vindt u van mijn kleine omweg, kunt u het waarderen. Is hij lang genoeg? Is hij aangenaam? Heeft u het dak van het huis, het kasteel, het paleis al gezien, de torens, de liefelijkheid van het park waarin het gelegen is? Heeft u al een glimp opgevangen van de essentie? Kunt u zich door de context misschien al een beeld vormen van het woord? Is het überhaupt nog wel noodzakelijk om het woord te horen? Wilt u het woord horen?

Overgave.
Dat is het woord.

Een profeet danst altijd in het licht van de profeet die aan hem voorafging. Ik zie Mohammed dansen in het licht van Jezus, in het hart van Jezus. In een groen gewaad, wervelend, jong, vreugdevol, in volle overgave. Hij lacht, hij ziet er zacht uit, toegankelijk, toegewijd.
Overgave lijkt een vriendelijk woord. Maar vergis u niet, het is scherp als een zwaard, het is een woord van 100%. Het vraagt uiteindelijk alles.
Net als het woord liefde.
Warm of koud zegt Jezus. Love is not a subtle argument, the door there is devastation.

Mijn wijfelmoedige natuur, die, als het even kan, confrontatie uit de weg gaat, flirtte graag met het woord geweldloosheid. Tot ik in een klein boekje van Gandhi las dat geweldloosheid niet de veilige achterdeur uit het ruige straatgewoel van het leven was, die ik gehoopt had dat het zou zijn, maar, integendeel, een sprong er middenin.
Wat zetten wij tussen ons en het leven? Onze trots, onze veiligheid, onze hang naar comfort? In onze poging ons leven te bewaren, zouden we het wel eens kunnen verliezen.

Wat doet u met het woord overgave dat ik zojuist in uw stille vijver gegooid heb? Hoe spreekt Mohammed tot ons? Wat hebben wij, die zoveel menen te weten, misschien toch nog te leren van degene die hier kwam, voor een enkel woord?