Zorg en Waarheid

Zorg en Waarheid

Er is een zacht voelen in mijn buik en een woesj van auto’s op nat asphalt. Gisteravond schreeuwden ze voor mijn huis, er was iemand dronken. De man maakte amok, de vrouw snikte hysterisch.
Ik zag een natuurfilm in de bioscoop. Moeders en kinderen. IJsberenmoeders, eendenmoeders, olifantenmoeders, vossenmoeders, walvissenmoeders. De volledige instinctieve toewijding van moeders aan hun kinderen, dat is waar al het leven van deze planeet op gebaseerd lijkt te zijn.
De rol van mannen kwam, in deze film althans, wat minder uit de verf. In het begin zag je in de eindeloze poolnacht één enkel dier rondlopen, het was een ijsbeer, een man, natuurlijk. De mannelijke ijsbeer, zei de voice-over even later, houdt zich instinctief enkel en alleen met zijn eigen overleving bezig. Dan zien we de toewijding van ijsberinnen, moedereenden en moedervossen, en het matriarchaat, het krachtige en zorgende leiderschap bij de olifanten dat in de handen ligt van het oudste wijfje.
Het volgende moment dat er in de film sprake is van een man is, als we een paradijsvogel op Nieuw-Guinea een uitzinnige paringsdans zien uitvoeren. Het is van een aangrijpende schoonheid, maar zijn versierpoging mislukt.
Aan het eind van de film zien we de mannetjesijsbeer terug. We zien hoe hij wanhopig en gefrustreerd van de honger een kudde walrussen aanvalt. Hij bijt manmoedig in de speklagen, maar het lukt hem niet om zelfs maar een walrusjong te overmeesteren. Uitgeput zien we hem zich schikken in zijn lot. Vlakbij de walrussenkolonie, die voelt dat ze niets meer van hem te vrezen heeft, vlijt de ijsbeer zich neer, om te sterven.
Hoe is het dan bij de mensen? Je wordt er treurig van als je bedenkt hoe de mannetjesmens zich gedraagt op deze planeet. Wat voor gebrek aan zorg jegens zijn mededieren en de planeet hij ten toon spreidt. Ik zou er op een hele radicale en bittere manier feministisch van kunnen worden, ware het niet dat ik zelf een man ben, een gefrustreerde mannetjes ijsbeer, die op onhandig manier aan het bijten is in de speklagen van zompige leugens.
De enige mannelijke kwaliteit waarvan ik denk, die zij in deze uitzichtloze situatie enige verlichting zal kunnen brengen, is het spreken van waarheid. Waarheid als een zwaard, waarheid om zin en onzin van elkaar te scheiden, een blinkend zwaard waarin de waarheid voor eenieder zichtbaar wordt.
Nina had naar de aftiteling van de fim zitten kijken en zij zag nog wèl een lichtpuntje. Er was in die film blijkbaar toch een hoopvolle en goede rol voor mannetjesdieren weggelegd: de film was door mannen gemaakt.