Nog een Deur!!?

Nog een Deur!!?

Dat wat naar je toekomt bepaal je in het nu.
Excuses voor mijn simplisme, mijn weinig beeldende taal. De pertinente wijze waarop ik mij steeds uitrdruk, alsof ik iets met enige zekerheid zou kunnen beweren.
Er zijn honderdduizenden mogelijke toekomsten die naar ons toe komen vliegen, melkwegen vol sterren van mogelijkheden. Wat bepaalt nu welke toekomst de onze wordt? Wat vinden we belangrijk? Dat is dezelfde vraag. Weten we wat gelukkig maakt? Dat is nogmaals dezelfde vraag.
Thich Nhat Nanh, een grote vriend van diegene die we in essentie al zijn, schreef iets heel simpels in een dun boekje waar ik de titel van vergeten ben. Het boekje kan ik ook niet vinden, dus ik zal het ergens uit mijzelf op moeten diepen. Thich Nhat Nanh uit mijzelf.
Hij zegt dat wat wij in het heden ervaren, door het verleden vorm heeft gekregen.
En het nu is het verleden van de toekomst.
Als we een goede toekomst willen hebben, moeten we daar in het nu voor zorg dragen.

Wat willen we voor de toekomst? Vrede, geluk, overvloed?
Dan…
Ik ben aan het rederneren. Mijn gedachten dwalen af. Die van u ook waarschijnlijk.
Ik kijk naar de chaos op mijn bureau.
Chaos?
Nee, alles ligt precies op de juiste plaats.
Het is nu.
Het is vrede nu.
Dit is vrede nu.
Daar kan alleen maar een mooie toekomst uit voort komen.

– Maar wat is het dan precies?
Faroek trekt me aan mijn mouw.
Hallo!
– Wat zal het worden?
Lieverd, dat weten we niet. En dat is juist zo mooi. We weten niet wat voor vorm vrede, liefde en geluk zal krijgen. Het bubbelt over, het is erg verrassend. Maar of het vrede en liefde en overvloed en geluk is, dat ligt in onszelf besloten. In de manier waarop wij het nu aansnijden, op de manier waarop wij ons mes door de boter van het leven halen.

Overvloed is in ons
omdat tevredenheid in ons is.
Dit is de deur.

Nu is de deur naar straks.
Straks is een ander nu.
Nu is de deur naar nu.

Tevredenheid is de deur naar overvloed.
Tevredenheid is overvloed.
Er is geen deur.

Nu is nu
Nu is
Nu

Faroek is stil geworden. Hij is een beetje verbaasd, nog niet helemaal overtuigd. Hij is gefascineerd en tegelijkertijd voelt hij zich een beetje voor de gek gehouden, alsof hij weer heeft staan luisteren naar het slimme verhaal van een of ander marktkoopman.
Maar hij zegt niets meer.
Iets in hem heeft het gehoord.
Iets in mij heeft het gehoord.
Het is een lied dat ik steeds weer voor mezelf moet zingen.

Kan ik hier nog een beetje meer sap uit persen?
Ben ik vrij om de woorden van anderen te gebruiken? Welke ander? Alles is van de ander, van u, van U!
Alle wooren die als vrienden hiernaartoe komen gevlogen zijn welkom. Alle andere woorden worden mijn vrienden omdat ik ze welkom heet. Dit heeft geen einde.
Dit is een stroom.
Zet een kraan open en probeer een stuk uit de waterstroom te knippen.
Het heeft geen begin en geen einde.
Een deur naar een deur naar een deur.
Wij zijn gidsen voor elkaar, wij openen deuren voor elkaar.
Ik maak een lichte buiging. Ik lach. Ik kijk je recht in je ogen.
Ik zeg: welkom in mijn woning.
Ik zeg welkom in jouw woning.
Ik zeg: dank je wel voor je gastvrijheid!