Anders

Saghi had zich vergist. Er was natuurlijk maar één enkele fontein.
In het gelispel van het water hoorde ieder van hun vieren enkel en alleen zijn of haar eigen verhaal.
Niemand slaagde erin om door het gelispel van het water heen het geluid van de Bron te horen. Niemand probeerde het, niemand leek erin geïnteresseerd te zijn. Iedereen zocht enkel zichzelf in het geluid van het water.

En dus werd er geargumenteerd.
Het was allemaal hetzelfde water en toch werd er geargumenteerd.
Juist daarom werd er geargumenteerd.

Saghi zweeg.
Er is geen weg naar vrede, dacht hij. Geen weg naar liefde.
Vrede is.

Hij luisterde nog eens wat beter naar de stemmen van zijn vrienden. Als je je niet richtte op de betekenis van de woorden en de zinnen op zich, maar op dat wat je door de woorden heen zou kunnen beluisteren, deed het een beetje denken aan het geluid van het water, het geluid van de fontein.

Opeens hoorde hij het.
In het geluid van hun argumenteren, in het gelispel daarvan, alsof het water was, hoorde hij het geluid van de Bron.

Saghi was in vrede.
Hij telde zijn zegeningen op de vingers van zijn beide handen.

Wat ons beperkt is wat ons vrij maakt.
Wat ons doet huilen is wat ons doet zingen.
Wat ons teneerdrukt is wat ons groot doet zijn.

Met dank aan Christine Dun