De zwijgende Verteller

De zwijgende Verteller

Woorden zijn magische wezens. Ze openen werelden en ze sluiten werelden. Het bijzondere is, dat op het moment dat ze de ene wereld openen, ze de andere sluiten. Woorden zijn eigenzinnige wezens, nukkig ook. Het duurt jaren vooraleer je ze een beetje leert kennen. Ze hebben een eigen wil en dat is zacht uitgedrukt. Ze hokken bij voorkeur samen in groepsverband en laten zich dan slechts met de grootst mogelijke moeite uiteendrijven. Kuddedieren zijn het.
Gewoontedieren. Hoogstzelden zie je één enkel woord, eenzaam staan als een roepende in de woestijn. Woorden roepen een wereld te voorschijn en exact op datzelfde moment, juist doordat ze een wereld te voorschijn roepen, laten ze een andere wereld verdwijnen. Niemand heeft het over die wereld, omdat je er niet over kunt spreken, omdat die wereld, zodra je er woorden aan geeft, verdwijnt. Het is de woordloze wereld. Niemand die ooit afdaalde in die wereld, is er van teruggekeerd met een verhaal. Niemand die ooit afdaalde in die wereld, is ooit teruggekeerd. 
En hij had heimwee naar die wereld, een groot verlangen. Zoals de Koning van het Licht ooit het verlangen had af te dalen in het Rijk van het Duister, zo had deze… persoon verlangen om af te dalen naar het woordloze, het zwijgende. Het spreken der dingen. De taal van de dingen die niet gezegd worden. De wereld van het zwijgend zijn. Niet de wereld van vóór het woord, maar de wereld van na het woord. De Tuin. Niet de Hof van Eden, maar de Hof van Heden. Hij glimlachtte flauw. Op de drempel toch nog een woord dat een spelletje met hem speelde. Toen, zich bewust van de zwaarte van het moment, de onherroepelijkheid ervan, haalde hij adem, opende de voordeur, stak een voet naar buiten, een been, alsof hij een zwemmer was die de temperatuur van het water wilde meten. Even aarzelde hij. Er ging niet meer dan een zache rimpeling door het oppervlak der dingen toen hij losliet. Hij stapte uit. Uit zijn huis, zoals hij dat eerder gedaan had toen hij op weg ging op zijn lange pelgrimstocht. Hij stapte uit zijn huis van verhalen, uit zijn schuilhut van woorden. Daar stond hij op straat. Als een zwerver, als iemand zonder huis. Omdat er geen woorden waren die hem zouden kunnen beschrijven werd hij op datzelfde moment onzichtbaar. Hij verdween. Hij verdween uit het zicht van deze wereld en kwam thuis in de andere. Het enige dat hij achterliet was de tedere stilte van aandachtig zwijgen.

Frans Koenigs is gestopt met het vertellen van verhalen. Toch is hij nog bezig met woorden. Kijk op http//www.ideeflux.nu hoe gedachten woorden worden, zinnen vormen en zich soms toch weer aaneenrijgen tot verhalen. Als klankbord en verhalenfilosoof is hij lid van Stichting Verhalenfontein: http//www.verhalenfontein.com