Door mijn Liefde
Geest van de wereld verras mij met je levenskracht, je vermogen om alles nieuw te maken. Breng me een verhaal, zing een lied door mij.
Ik ken de hele wereld als mijn broekzak want ik heb in alle tijden en overal geleefd. Als ik mijn ogen sluit kan ik me waar ook ter wereld en ver daarbuiten thuis voelen. Ik weet hoe alles ruikt, hoe zonlicht op een vergeten hoekje valt, hoe kleding op bepaalde plekken harder slijt dan op andere. De vraag is, hoe ik mijn angstkuiten kan kwijtraken, zodat ik weer op de wereld kom te staan. Geef mij een droom die mij sterker maakt.
Ik ben een vrouw in Midden-Amerika. Ik woon in een klein dorp. De ruimte tussen de huizen is van aangestampte aarde. Ik maal maïs. Ik heb geluk want ik heb een goede man, maar ik leef in een cultuur waar de vrouwen weinig rechten hebben en veel plichten. Ik doe mijn plicht met liefde. Ik lijd niet. Op een of ander manier heb ik een grote innerlijke ruimte waar ik mijn energie en mijn liefde vandaan haal.
Het dorp is niet erg mooi of liefdevol. Er is vrij veel ellende en pijn, maar ik slaag er in de pijn van het dorp in mij op te nemen en in mij te neutraliseren. Ik dompel het dorp als het ware in mij, in mijn liefde onder en zo heel ik het dorp en alle mensen daarin. Dat is wat ik doe wanneer ik het meel maak voor mijn maïskoeken.
Als men mijn maïskoeken eet geniet ik in stilte. Mijn koeken zijn populair, ze worden met graagte gegeten. Ik geniet ervan om te zien wat voor uitwerking de koeken op de mensen hebben. Zijzelf hebben niets in de gaten, maar ik kan het verschil duidelijk zien. Het verschil tussen hoe de mensen zijn wanneer ze nog niet gegeten hebben en wanneer ze wel gegeten hebben.
Na de maaltijd ligt er een deken van rust over het dorp, maar ik ben klaar wakker. Ik ga van ziel naar ziel en neem hen de biecht af, zoals ik dat noem. Terwijl ik dat doe word ik begeleid door een groene god uit een oude lang vergeten traditie. Toen hij pas bij me kwam was hij erg gewelddadig, hij sprak kwaad over anderen en stelde me voor hen te mishandelen, te doden, maar ik heb hem getemd. Nu eet hij uit mijn hand en doet alles voor mij. Zo gewelddadig als hij eerst was, zo krachtig is nu zijn genezende gave.
Vannacht had ik een droom. Ik was in een straat die ik niet kende. Mensen liepen door elkaar, ik geloof dat het een soort markt was. Tussen hen in rende een zwarte jongeman die van top tot teen bedekt was met bulten. Hij zag me niet, maar ik kon zijn eenzaamheid voelen, zijn verstotenheid, zijn niet gewild en niet geliefd zijn hier in deze wereld. Als mensen je niet willen is het erg moeilijk jezelf te willen. Als mensen je niet met liefde behandelen, hoe kan je dan de liefde vinden om jezelf met liefde te behandelen? Het moet ergens vandaan komen. Waar komt de liefde vandaan?
Ik had hem graag mee naar huis genomen en in bad gedaan. Ik zou zijn moeder willen zijn, zijn geliefde. Ik werd wakker met een geschaafd hart.
Vandaag is alles anders, of nee, niet anders. Vandaag is alles precies hetzelfde maar veel sterker, veel uitgesprokener dan normaal. Alsof alles een intensere kleur heeft. De maïs is geuriger, het meel is krachtiger, het deeg steviger. De zon schijnt heter, mijn liefde is groter, de groene god die me begeleidt op mijn ronde na de maaltijd is in bloedvorm. Ik neem elke ziel van het dorp in mijn armen en wieg ze in slaap, wieg ze in mijn liefde, doe ze in het bad van mijn liefde.
Daarna ga ik met mijn groene god op mijn mat liggen, wij slaan de armen om elkaar en mijn hart ontbrandt met zulk een fel licht dat ik bang ben me te branden, dat ik bang ben dat het hele huis, het hele dorp af zal branden van mijn liefde.
Ik ben het hart van de wereld. Door mij, door mijn liefde, wordt alles heel.