Hoe draag ik vrucht?

Hoe draag ik vrucht?

Mijn zoeken naar woorden brengt mij naar het woordloze. Ik tast de hemel af naar een signaal, een teken. Ik zie enkel kleuren in diverse schakeringen violet, blauw, roze, geel, en turkoois.
– Het is goed. Het is goed dat je hier bent, dat je teruggekomen bent. Als je een vraag hebt kun je die stellen, maar het is niet verplicht een vraag te hebben, het is zeker minstens zo goed om in de vrede van het antwoord te vertoeven.
– Ben ik niet te veel in overgave?
– Je kan niet teveel in overgave zijn. Uit overgave wordt al het nieuwe geboren. Wees stil en wacht.
– Wat kunnen we doen met Vasili, onze kat die ziek is?
– Wees dichtbij en liefdevol, respecteer zijn wil om zich af te zonderen, maar houd een oogje in het zeil. Het is goed met hem.
– Hoe kan ik mijn leven dienstbaar maken aan het grote geheel?
– Je bent nog steeds met je ego aan het worstelen. Alles wat daaruit geboren wordt heeft pretentie en mist zuivere kracht en richting. Denk aan de grote witte vogel, geef je over en je komt waar je wezen moet.

Vanuit het gemak geboren laten worden, vanuit het niets doen, vanuit het luisteren. Hij luisterde. Hij luisterde naar de wind, de regen, de vogels, de auto’s, de kinderen, de mensen.
De jaren gingen voorbij en hoe meer hij luisterde, des te meer kwam hij in vrede. Uiteindelijk kon de vrede waarin hij zich bevond niet onopgemerkt blijven. Het straalde van hem uit. Mensen kwamen graag bij hem om hun verhaal te doen en hoewel ze nooit een antwoord kregen gingen ze toch altijd opgeruimd en met een licht gevoel naar huis.
Het is niet zo dat de man niets deed. Wanneer het tijd was om te zaaien, zaaide hij, wanneer het tijd was om te oogsten oogstte hij, hij kookte zijn maaltijd en deed de afwas en zorgde liefdevol voor zijn vrouw en kinderen met hetzelfde gemak waarmee een appelboom in de lente bloesems en blaadjes krijgt, aan het eind van de zomer appels draagt om in de herfst zijn blaadjes te laten vallen. Alles op de juiste plaats en tijd.
Hij luisterde.
Hij luisterde naar wat er gedaan diende te worden en deed dat. Net als de appelboom die nooit iets voor de wereld deed en toch elke zomer vrachten met appels afleverde, zo deed de man niets voor de wereld, en droeg toch vrucht. Zijn vrucht was vrede.