Het Wiegende

Ik was zo lang naar hem op zoek geweest en nu ik hem eindelijk gevonden had bleek hij wartaal uit te slaan. Ik was niet eens teleurgesteld. Er gleed een glimlach over mijn gezicht, iets van zie-je-wel, ik had het altijd al gedacht. Hij ook, of… juist hij, Hij, Wij!
Ze komen dagelijks bij me. Ik ben zelf zo lang op zoek geweest. Heb zo lang met mijn staf op de rots gebeukt. Murw de staf, mijn arm, de rots, het beuken.
Nu komen ze dagelijks bij mij. De Pelgrims, met hun vragen, hun stokken, hun ideeën.
Ik stuur ze allemaal terug.
Naar hun zelf.
De world is a mountain. I shout. The echo comes back to me.

Wat is je raadsel? Ze vragen het allemaal. Er is er geen en bovendien, het is niet van mij, maar van hen. Er is niets hierbinnen. Ik ben op zijn best een echoput. Je gooit er wat woorden in en er komen wat woorden uit. Die laatste woorden zijn onverstaanbaar, wat ze betekenen hangt volledig af van jouw interpretatie.
De betekenis van deze wereld is van jou, is jouw daad, jouw creatie, jouw verantwoordelijkheid. Je vrijheid is mateloos en moeiteloos. Je baadt in de waarheid van je eigen idee over wat dit alles is. De betekenis van jezelf is van jou.
Er is niets zonder jou. Ik heb geen woorden zonder jou. Ik ben er niet, zonder jou.
Jij hebt mij gevonden, ik ben jouw creatie. (…)