Julian

Julian

Er is opeens zo heel veel te vertellen: Iris, hoe ze geboren werd als een autistisch wezen. Hoe haar vader, die boer was, begreep dat ze extra zorg nodig had. Hij droeg haar dus op zijn rug als hij op het land werkte. Contact van lichaam op lichaam. Zo kwam ze naar deze wereld. Zij is nu 62. Ze geeft workshops in communicatie.

Gisteren ontmoette ik Julian. Zijn glimlach overbrugde de zee van ruimte en tijd op het moment dat ik de kamer binnenkwam. Hij opende zich zonder enig voorbehoud. Er stond niets tussen zijn hart en dat van mij. En mijn hart had geen keus, ik voelde hoe het zich in mijn lijf naar hem toedraaide. In liefde.
Kwetsbaarheid is een gift. Hulpbehoevendheid is een gift. Wij allemaal komen op de wereld en hebben hulp nodig. Sommigen van ons hebben blijvend hulp nodig. Dat nodig hebben van hulp is hun geschenk aan de wereld.
Het huilen van de baby roept de melk in de borst van de moeder tevoorschijn. Het autisme van Iris riep de zielewijsheid en de warme liefde en toewijding van haar vader tevoorschijn. Kijk naar de vrucht van datgene dat je wilt leren kennen. Kijk naar de vrucht van kracht bijvoorbeeld.
Alles is anders dan wij denken. Wij wensen onszelf zelfverzekerd te zijn, stoer, onfeilbaar, sterk. Het is een wens van zwakte, een wens om zwakte te verhullen. Een wens om niet te hoeven ontmoeten. Kracht is het autisme van deze wereld.

Julian in mij. Hij straalt krachtig vol zelfvertrouwen van overgave, vol toewijding van afhankelijkheid. Alles draait om, hij rijdt als een koning over ’s Heerenwegen, ik juig, ik zwaai met palmtakken.
Weet je, ik weiger deze zinnen te ordenen. Ik stuur je het bos in. Het bos van je eigen weten of het bos van je eigen onwetendheid. Op weg naar je eigen hulpeloosheid. Ga daar maar te rade, laat dat je meester zijn. Zoek het zelf maar uit. Misschien brandt er ergens een lichtje. Ga daar op af. Daar zit een oude vrouw of man bij het vuur. Behandel haar of hem met respect. Beantwoord de vragen die je gesteld worden, wees nederig. Waarschijnlijk krijg je een eenvoudige maaltijd en mag je blijven voor de nacht. Voer de opdrachten uit zo goed als je kan. Het zal zwaar zijn, je denkt het niet te kunnen. Je breekt open, je vraagt om hulp. Je zal hulp krijgen. Je wacht op een antwoord van buiten, maar tot je verbazing komt het van binnen in je, iets dat je nog niet kende van jezelf geeft je antwoord. Een geheime bron. Als het dag geworden is, is alles anders. Je zult voor altijd leven. Bloemen bevinden zich op je pad. Mensen zullen blij zijn om je te ontmoeten. Je zet niets meer tussen jouw hart en het hunne. Je bent een zegen voor hen.
Julian lacht. Hij kraait. Hij maakt geluiden als een vogel, een mus, een knaagdier. Hij knikt, hij is tevereden. Ik heb het goed gezegd. Ik heb de woorden die hij me ingefluisterd heeft goed opgeschreven. Het is heel feestelijk.

Wij zitten nog een hele tijd zwijgend bij elkaar. De ruimte waarin iemand geboren wordt of waarin iemand gestorven is, is heilig, magnetisch. Je wilt er blijven, je wilt er niet van weg. De ruimte waar waarheid gesproken wordt, heeft dat ook. Je hart wordt er gevoed. Julian in mij werd eindelijk gezien. We komen thuis, bij elkaar, in elkaar, bij onszelf.