Uitzicht

Uitzicht

Het voelt als een volledige onmogelijkheid tot, als afgesloten door scherm, als deur dicht en tegelijkertijd als te weinig energie om scherm weg of deur open. Het is niet iets waarvan je zegt: hé, daar zou ik iets over moeten schrijven, maar juist daarom.
Klein kamertje dichtgeplakt met behang. In de hoeken is het behang rondgeplakt, alsof de behangers de bocht wilden afsnijden, snel naar huis wilden of behang wilden uitsparen. Ik heb jaren in zo’n kamertje gewoont, en ja, het klopt ook wel dat ik weinig perspectief had in die dagen. Ik had ook weinig uitzicht. De zwakbegaafde achterbuurvrouw dansend in haar blootje voor de spiegel, en eens op een keer, het is zelfs achteraf nog steeds moeilijk te geloven, twee Surinaamse mannen die, alsof het de gewoonste zaak van de wereld was, met een piano over de daken liepen.
Maar het was geen slechte tijd. Ik had het naar mijn zin met mezelf in die kamer. Ik weet het nog goed. Op sommige avonden had ik kleine feestjes, met stukken kaas en goedkope cognac.
Die heerlijke dizzyness in mijn hoofd na de eerste slok, dat versmelten, dat uit mezelf wegglijden naar een wijder ik. Het spontane vergezicht dat zich onthult, aslof er een scherm werd weggetrokken.
Ook dat ken ik nog steeds. Alleen gebruik ik daar geen drank meer voor.
Ik schrijf mezelf een uitzicht.