Stokouderoos
Ik weet niet wat te schrijven, ik kijk om me heen. Ergens hier, op dit bureau, moet zich de clou bevinden, de sleutel. Ik zie een papier van de postbank ondertekend door de Manager Operations Giroproducten F.A. Tuininga. Dat zijn mijn voorletters, met daarachter de boodschap waar ik naar op zoek was. Kan het nog duidelijker? Het leven is zo simpel, ik hoef alleen maar de aanwijzingen op te volgen.
In de tuin heb ik een ontmoeting met achtereenvolgens een blad, een spin en een slak. Dat is nog wel geen verhaal, maar wel bijna genoeg om er een van te maken en in zekere zin ook teveel. Blad was zo transparant en wisselend in het ochtendlicht. Spin hing stil in de ruimte, gevoelpotig in al zijn snaren, en slak was eerst bedekt met aarde en later vers als jonge sla, als het jonge plantje dat hij terroriseerde. Ik heb hem verbannen naar de voortuin, naar de stokrozen die al uitgebloeid zijn.
Ik zoek langzaam mijn weg terug naar een teder zelf, als een herstellende zieke, en slak en spin en blad helpen mij daarbij. Zij doen mee, ijverig en traag, precies zo snel als het hun past. Ik ga niet sneller. Dat komt omdat ik oud geworden ben, omdat ik kromgegroeid ben, omdat mijn bladeren vallen in een vroege herfst. Nee, ik ben niet op zoek naar medelijden. Dit is geen lijden, dit is leven, want ik heb altijd een keuze. Uitgebloeid zijn en me beklagen om die jonge blaag van een slak, of vol gehangen van zaad voor volgend jaar me erin te verheugen dat mijn laatste bladeren voer zijn voor wat jong is en komen gaat.